Ouderwetse groentesoep

Doe in een grote soeppan ongeveer 2 liter water. Voeg runderpoulet, mergpijpje, kruiden en laurierblad, stukken prei, 1/2 wortel in stukjes en grove stukken ui toe.

Zet de pan op het vuur en laat langzaam warm worden. Ik laat deze massa ongeveer 2 uur pruttelen op een zacht vuurtje.

Ondertussen kruid je het gehakt en draai je hier soepballetjes van voor de soep.

Na een uurtje of 2 haal je de pan met de ingrediënten van het vuur en ga je de soep zeven. De runderpouletstukjes gooi je in een zeef en spoel je schoon onder de waterkraan. De mergpijp laat je afkoelen en geef je aan de hond!

De rest van de smurrie gooi je weg.

Zet nu de gezeefde bouillon op een hoog vuur en gooi, zodra deze kookt, de zak soepgroente, de fijngesneden halve wortel en de prei die je in ringen hebt gesneden er in. Laat dit alles een minuut of 10 koken en deponeer daarna ongeveer 3 strengen vermicelli in de pan plus de soepballetjes. Even laten doorkoken. Haal de pan na een minuut of 5 van het vuur, voeg de gare runderpouletstukjes toe  en zet hem weg.

Meestal maak ik de soep de avond, voordat ik hem de  volgende dag eet.  Met een versgebakken stokbroodje en wat smeersels heb je een heerlijke maaltijd!