Apfelstrudel

Maak een pan heet door deze gevuld met water aan de kook te brengen.

Meng intussen de helft van de bloem, de helft van de boter, het lauwwarme kraanwater en zout dooreen.

Voeg de rest van de bloem toe en kneed met de hand tot je een soepel deeg hebt. Schenk nu het hete water uit de pan en leg er bakpapier in. Leg het deeg op het bakpapier en laat dit 1 1/2 uur rusten.

Oven voorverwarmen op 190 graden.

Halveer de appels en snijd in kwarten. Verwijder de klokhuizen en snijd de parten in blokjes van 0.5 x 0.5 cm. Meng de appelstukjes met de suiker, rozijnen, kaneel, vanillesuiker, kruidnagel, het citroensap en amandelschaafsel.

Het deeg na 1 1/2 uur uit de pan nemen en op een met bloem bestoven werkblad uitrollen toto een lap van 20 x 30 cm. Rek het deeg daarna met de hand uit tot een lap van  50 x 70 cm. Het deeg is nu heel dun en bijna doorzichtig.

Bestrijk nu royaal met ¼ van de boter. Verkruimel de beschuit boven het deeg. Verdeel het appelmengsel over de helft en laat 4 cm aan de randen vrij. Vouw de zijkanten naar binnen.

Rol deze strudel op met behulp van het bakpapier. Bestrijk met de rest van de boter.

Bak deze apfelstrudel in de voorverwarmde oven in 55 minuten gaar.

Voor het opdienen even wat af laten koelen.